Een kast in de muur die een deur werd naar buiten.

Knoop (gold)

15 March 2016

Ongeveer twee jaar geleden kwam ik tot de innerlijke ontdekking en later tot de aanvaarding dat ik transgender ben. Tot dan toe had ik elk gevoel en elk verlangen dat hierop had kunnen wijzen genegeerd, verborgen en weggeduwd. Ik wist niet beter.

Als ik mezelf zou vergelijken met een huis, dan zaten deze gevoelens en verlangens verborgen achter één of andere deur ergens in de muur van mijn kamer. Een deur die ik kost wat kost, met alle macht en kracht mij gegund, gesloten wilde houden of zelfs achter het behang wilde laten verdwijnen. Maar hoe hard ik ook probeerde, vaak kwam deze deur uit zichzelf toch op een kier te staan en waren er momenten dat ik enigszins toegaf aan wat dan te voorschijn kwam. Telkens eindigde dit met een gevoel van afkeer en walging van mezelf, en gooide ik de deur in volle frustratie terug toe, hopend dat ze deze keer voor altijd gesloten zou blijven.


Twee jaar geleden was ik het beu. Op je 31ste is dat wat achter die deur zit geen puberale fase meer, die was ik op dat moment al lang voorbij. Dit was meer, dit was duidelijk een deel van mijzelf, en een deel dat al heel mijn leven riep om gezien en gehoord te worden, een deel dat snakte naar adem en naar ruimte.
Waarom maar blijven vechten tegen iets dat klaarblijkelijk diep vanuit mezelf komt? Waarom zoveel energie verliezen aan het ontkennen van een deel van mezelf? Ergens voelde ik al heel mijn leven dat datgene dat ik probeerde te negeren, me vreugde zou schenken moest ik het met Liefde onvoorwaardelijk omarmen.

Twee jaar geleden heb ik de deur voorzichtig opengezet. Ik verwachte een kleine kast in de muur, zo eentje met enkele schapjes. Ik trof echter iets aan dat op het eerste zicht leek op een slecht verlichte berging. Met kleine stapjes betrad ik de ruimte en bekeek wat ik aantrof in de rekken en op de vloer.


De eerste paar maanden van mijn ontdekkingsreis in deze nieuwe ruimte binnenin mezelf waren boeiend en spannend. Zoveel nieuwe dingen waarvan ik eindelijk kon proeven zonder mezelf daar slecht over te moeten voelen. Af en toe schrok ik wel van al die nieuwe kleuren, geuren en smaken, zo nieuw, zo anders en soms best wel overweldigend, maar de innerlijke vreugde overwon steeds opnieuw mijn terughoudendheid en angst. Ik zweeg echter nog in alle talen over mijn nieuw ontdekte ruimte. Eerst wilde ik zelf goed weten en begrijpen wat ik hier allemaal aantrof en wat dat nu wilde zeggen over mezelf.

Hoe verder ik doordrong in deze verborgen ruimte, hoe groter ze leek te worden, groter dan het huis waar ik tot dan toe al heel mijn leven had doorgebracht. De ruimte leek initieel gevuld te zijn met mist die steeds meer en meer optrok. Hoe meer tijd er verstreek, hoe langer ik doorbracht in deze berging, hoe meer de optrekkende mist mij onthulde dat ik me eigenlijk al die tijd had opgesloten. De deur in de muur gaf niet uit op een kast of een berging, maar wees me de weg naar buiten.

Het koste me best wat tijd en energie om te aanvaarden dat ik in zich nog nooit buiten was geweest, dat ik mezelf nog nooit de ruimte had gegund voluit te leven op basis van mijn diepste gevoelens en verlangens. Ruim dertig jaar lang had ik mezelf opgesloten, mezelf alle groeikansen ontzegd. Eens je dat beseft, is er geen weg meer terug. Jezelf vanuit die wijsheid opnieuw opsluiten, betekent hoedanook, op korte of lange termijn, het einde van je leven.


Ondertussen zijn we twee jaar verder. Stap voor stap, op eigen tempo, ga ik verder in deze vaak nog nieuwe en soms verwarrende wereld. Met de zon op mijn gezicht ontdek ik nog elke dag nieuwe geuren en kleuren. Soms wordt het me wel eens teveel en verlang ik terug naar de veiligheid en duidelijkheid die ik aantrof in het huis waar ik altijd geleefd heb. Maar als ik dan omkijk, besef ik maar al te goed dat dit een illusie was, een valse comfortzone die me weliswaar veilig, maar ook opgesloten hield.

Voor mij ligt in de verte een bergtop die schittert in de zon. Dat is waar ik naartoe wil, dat is waar ik naartoe ga, met alle macht en kracht mij gegund. De weg is nog lang, en niet vanzelfsprekend. Vaak moet ik halt houden, heb ik tijd en ruimte nodig om alle vernieuwingen en veranderingen een plaats te geven en uit te stippelen hoe ik op dat moment weer verder kan. Het is een weg die ik alleen moet gaan, enkel ik kan op basis van mijn innerlijk kompas de top bereiken. Ik mag me echter gelukkig prijzen dat ik deze weg niet in eenzaamheid moet afleggen. Ik weet me omgeven door vele supporters. Ze kunnen me weliswaar niet altijd volgen, of zijn wel eens bezorgd om de stappen die ik zet of die richtingen die ik kies, maar steeds staan ze er op de cruciale bochten van mijn parcours.


Twee jaar geleden kwam ik tot de ontdekking dat ik me vrouw voel in het lichaam van een man. Dertig jaar lang heb ik me in deze gevangenis opgesloten. Sindsdien leef ik elke dag bewust meer en meer als mezelf en dit op basis van wat mijn eigen innerlijk kompas mij aangeeft. Mijn leven is er in zich niet eenvoudiger op geworden. Vaak bots ik op onbewuste onwetendheid of soms ook op bewust onbegrip. Mens en maatschappij hebben het vaak moeilijk met datgene dat afwijkt van de gevestigde normen. Weet dat ik deze weg niet gekozen heb. Er is geen keuze. Elke mens heeft het recht om zichzelf te zijn, en wat dat voor jou betekent kan je enkel vinden, diep binnenin in jezelf, ergens verborgen achter een deur in een kamer …

Scroll naar boven