Tussendoor er tussenuit

Knoop (gold)

15 February 2018

Enkele weken geleden, in de kerstvakantie, was ik begonnen met opruim(t)en. Het plan was om eerst alle kastinhouden te minimaliseren tot resonerende essentie. Daarna zou een grote poetsbui volgen om de kastdeuren en de nabije vloerbekleding evengoed te herleiden tot hun oorspronkelijke maar vaak niet natuurlijke stofvrije staat.

Opruim(t)en vraagt echter ruimte binnenin. Ruimte om te voelen of dat wat je net uit de kast haalde nog bij je hoort, nog resoneert met je ontluikende persoonlijkheid die traag maar zeker tevoorschijn komt vanonder een levenslang masker.

Deze ruimte vond ik de laatste tijd steeds minder. Gebrek aan tijd en energie heeft de ronddwarrelende stofvlokken alleen maar doen aangroeien. Had ik nu effectief grijze laminaat, of is dat een wortelende illusie omwille van een aangroeiend laagje stof? Terwijl de kastinhouden bleven wat ze waren, liep ik snakkend naar verse lucht verloren in een woestijn vol voorbijrollende stofstruiken.


Dan maar even tussendoor er tussenuit. Enkele nachtjes verblijven op een camping in Berdorf, Luxembourg. Een vertrouwde omgeving. Weinig verandering of prikkels van buitenaf, maar net daardoor alle ruimte om alle prikkels binnenin te gaan opruim(t)en.

Deze tussendoorse tussenuit zal mijn wanderlust, mijn verlangen om heel de wereld te ontmoeten niet zozeer tegemoet komen. Maar een verblijf in een houten hutje midden de nog onderbesneeuwde natuur doet wonderen voor mijn ademruimte.

Net zoals in Noorwegen afgelopen zomer kom ik thuis binnenin en stroomt van daaruit plots een stortvloed aan inspiratie in woorden en beelden. Ze stromen zelfs zo snel dat ik de vrieskou vandaag nog om hulp riep deze waterval even te bevriezen om ze later op de avond in mijn hutje aan de verwarming rustig te kunnen ontdooien en verwerken.

Deze post ontstond daarnet nog aan het stuur toen ik na een onderonsje met een pizza en tiramisu met de auto cruisend over onverlichte mistige wegen door donkere bossen terug naar de camping reed. Terwijl de beeldtaal zich ontpopte en begon te fladderen voor mijn ogen probeerde ik deze big bang van bevleugelde inspiratie van buiten te leren om ze nadien te kunnen neerschrijven op mijn iPad met een WiFi-verbinding die net als de bomen met de wind dan weer links en dan weer rechts van mijn hutje lijkt te verschijnen.


Het moge dan maar twee nachten zijn in een hutje op enkele uurtjes rijden van mijn stofwoestijn, ik adem terug op het ritme van de natuur (zonder daar een stoflong aan over te houden zoals in mijn woonkamer). En als vanzelfsprekend voel ik mij terug all-één worden met mijn Zelf, verbonden met mijn wezenlijke essentie, thuis binnenin.

De brainstorms en mindmaps voor latere schrijfsels en komende lezingen vloeien vlotjes uit mijn pen. Misschien moet ik dit wel meer doen. Niet poetsen en enkele dagen in een hutje verblijven. Of een poetsvrouw inhuren. Of gewoon verhuizen. Tot schrijfsels!

Scroll naar boven